Schaduwspel
Een ode aan de verzetshelden
We bevinden ons in het laatste jaar van de bezetting van Oisterwijk. Het leven kabbelt tamelijk rustig voort. Uiteraard heeft de aanwezigheid van de Duitsers tot heel wat aanpassingen en beperkingen geleid, maar vooral de jeugd ervaart de oorlogsjaren tot dan toe niet als bedreigend. Eigenlijk wel opwindend, in zeker zin...
Totdat Tijn, een boerenzoon, en Frits, wiens vader in een zeepfabriek werkt, ontdekken dat er onderhuids verzet broedt binnen de gemeenschap, waarvan ze door toeval getuige en uiteindelijk ook deelnemer worden. Hun pad wordt van tijd tot tijd gekruist door een ander jongeman, de zestienjarige Hans Gerritsen, die na zijn ontsnapping uit het vreselijke Kamp Amersfoort onderduikt in Oisterwijk en hier actief wordt in de gewapende verzetsgroep. Door hun ogen zien we hoe moedige mensen hun leven op het spel zetten om gestrande militairen te helpen vluchten of om het de Duitsers met hun sabotagedaden zo lastig mogelijk te maken. Als er steeds meer verhalen opduiken over het oprukken van de Geallieerden en als een van hun munitietreinen door de Engelsen wordt beschoten, worden de bezetters nerveuzer en wordt de sfeer grimmiger. De verzetsgroep moet dieper onderduiken, maar slaat des te harder toe, totdat Oisterwijk en de omliggende dorpen op 26 oktober 1944 worden bevrijd.
Dat de heldenrol niet voor iedereen is weggelegd, wordt in dit verhaal ook duidelijk, net zoals het gegeven dat, ondanks dat de bedreigende situatie tot een enorme saamhorigheid leidt, er altijd mensen zijn die uit eigenbelang of eigen behoud de verradersrol op zich nemen.